www.aliki-paros-greece.com

Parikiá - Panagía Thapsanoón - Agios Minás - Maráthi - Náoussa 

Beoordeling: Deze lange wandeling laat ons kennis laat maken met twee kloosters en met de marmergroeven van Maráthi. Het klooster van de Panagía Thapsanoón is een enorm gebouw, dat eigenlijk niet mooi is; dat van Agios Minás is ook solide gebouwd, maar oogt aantrekkelijker. De marmermijnen van Marathi zijn natuurlijk beroemd en nog altijd indrukwekkend (neem wel een goede zaklamp mee!). De mooie wandelpaden zelf zijn in de minderheid, zodat deze wandeling een ** verdient.
[Bijgewerkt door Raymond op 4 mei 2010.]

Tijd: De effectieve wandeltijd (EWT) naar het klooster van Panagía Thapsanoón bedraagt bijna anderhalf uur. Van daar naar Agios Minás is het een kleine 40 minuten en daarna nog een goed kwartier naar Maráthi. Na een omweg voor de marmergroeven kunnen we eventueel nog verder, meestal via de bedding van een riviertje en dan via een eentonige grindweg, tot in Náoussa - een tocht van anderhalf uur. De totale effectieve wandeltijd (EWT) bedraagt dus een goede 4 uur. Wij wandelden van half tien tot half vijf, een totale wandeltijd (TWT) van zeven uur, met een lange pauze bij de interessante man in Agios Minás... 

Routebeschrijving: (0u00) Vanaf de windmolen in de haven van Parikiá loopt een weg helemaal langs de baai naar het westen (naar rechts als je met je rug naar de haven staat); zo kun je langs de vele restaurants en bars wandelen, tot je uiteindelijk aan de rots zou komen met eerst 1 en verder 2 windmolens en met de hotels Pandrossos en verder Nikólas - prachtig gelegen!
Halfweg is er een toegangsweg tot het kástro (wegwegwijzer "Frankish castle") en de oude stad, met bovenop het kástro het heel mooie kerkje van Agios Konstantínos, met ook een heel mooie ikonostási.

Het kerkje van Agios Konstantínos bovenop het kástro.

Het eigenlijke begin van de wandeling ligt bij de grote kerk met de dubbele torens en de blauwe koepels en je kunt de kustweg dus tot daar volgen, maar veel beter is het natuurlijk eerst het kástro te beklimmen en  van daar af te dalen, via de toren waarin de oude bouwelementen van een oude tempel opvallen, om dan westwaarts te draaien en zigzaggend door de oude stad te lopen - zonder te ver van de zee weg te gaan. Zo kom je ook bij de grote kerk aan, die de mitrópoli is.

(0u10) Op het plein voor de kerk nemen we de weg, niet direct rechts van de kerk, maar uiterst rechts, en dus links van de Kialoa-bar en de lotto-winkel; we gaan landinwaarts via een lange, slingerende betonstraat, die na 5 minuten de rondweg oversteekt naast een brug, en rechtdoor verder gaat.

(0u15) Bij het eerste kruispunt, al na 15 m, gaan we op een bredere straat rechts; we laten twee straatjes rechts en bij het volgende gaan we links, links van een muur en een blauw houten hek. Zo slingert de weg tussen villa's, tot we na 7 minuten voor een grote villa komen, met palmbomen en een pergola met een trap aan de buitenkant, waar de weg splitst. Hier nemen we het smaller betonwegje links van het groene scherm dat de villa afschermt en we volgen het 5 minuten zonder in de vallei af te dalen - we houden dus telkens rechts bij een splitsing. Bij een heel bescheiden kapel met plat dak wordt het wegje een smaller grindwegje, dat na nog eens 2 minuten op een betonwegje uitkomt.

(0u30) We volgen het naar links naar beneden en na 100 m nemen het betonwegje rechts, bij een sportveld dat links ligt. Enkele minuten later wordt het beton bij de laatste grote villa grind en na nog 2 minuten klimmen komen we onder een elektriciteitsleiding, met links en rechts enkele vervallen gebouwtjes.

(0u35) Na 1 minuut buigt de grindweg links en hier begint rechtdoor eindelijk het echte oude pad, dat tegen de flank van de heuvel op klimt: rechtdoor is er een vrij brede rotsachtige weg (rode stip), het pad tussen muren rechts ervan is overgroeid en loopt dood door deze weg. Na 1 minuut blijven we natuurlijk rechtdoor gaan en zo klimmen we 10 minuten, tot we naast een andere elektriciteitsleiding komen. Het pad begint nu af te dalen tot we 5 minuten daarna helemaal in de vallei komen. 

(0u51) Op een steen zien we een rode stip, maar eerst moeten we in de valleibedding verder over rotsblokken klauteren en blijven we zo onder de elektriciteitslijn. Soms vinden we een stukje pad rechts, daarna zien we een tweede stip, daarna komt er een stukje pad links en zo komen we ongeveer 6 moeilijke minuten bij een soort pompstation of elektriciteitscabine, gebouwd in grijze stenen.

Klauterend in de rotsachtige bedding.

(0u55) Hier is het opletten: VOOR deze cabine gaan we rechts uit de bedding en zo vinden we, vlak naast een zware elektriciteitspaal (rode stip), een duidelijk, smal pad dat gauw breder wordt. Nu volgt een mooi eind, tussen bloeiende brem (23 mei 2007), terwijl we lopen naast een diepe kloof. Enkele minuten verder komen we tussen de twee hellingen van het valleitje, maar we blijven wel op de linkerhelling. Overal waar we kijken zien we nu mooie olijfbomen en bloeiende brem!

Het pad tussen de bloeiende brem.

Na 7 mooie minuten gaat het pad links van een afsluiting in betonijzer en wordt het smaller (rode stip). Het blijft stijgen en achter ons zien we weer een hoekje van de zee. 
Weer 4 minuten verder komt het monopáti tussen muren; het is nu ook een eindje sterk overgroeid en wat verder zijn er ook enkele verzakkingen. Er ligt ook puin op het pad van een nieuwe aardeweg boven het pad: we blijven op het pad en na enkele minuten zien we aan de overkant de kapel van Péra Panagía en nu duiken ook de toppen van de kantelen van de Panagía Thapsanoón op!

De Péra Panagía.

(1u15) Even verder komt het pad in de bedding terecht en - let op - we steken die links houdend over in de richting van het kerkje en het huis ernaast.

[We gaan dus NIET verder in de bedding op de trap naar het gehucht op de rechterflank van de vallei te nemen. We gaan over de bedding ook NIET rechts - er is daar wel een pad naar het klooster toe, maar het is heel sterk overgroeid.]

We gaan dus links omhoog tussen muren in de richting van het huis. We passeren ernaast en gaan nog 2 minuten omhoog, tot we na twee versperringen op een wegje komen. We gaan rechts en vervolgen zo'n 4-5 minuten op het grindwegje, tot we een hekken moeten openen. Er volgt dan nog 4 minuten een betonwegje, tot we links van het grote klooster uitkomen. Bijna rechtover, bij de linkerhoek van de muur rond het klooster, begint het vervolg van onze wandeling, maar eerst gaan we even rechts tot voor het klooster. (1u28)

[De grindweg rechts die langs het klooster loopt gaat in een enorme boog door het binnenland van Páros tot in Léfkes! De grindweg links (rechts van de grote elektriciteitspaal) keert terug naar Parikiá.]

Het enorme, suikerachtige gebouw dateert pas van 1939 en is een vrouwenklooster, waar alleen vrouwen die "goed" gekleed zijn binnen mogen.
We hebben hier ook een mooi uitzicht over de kust van Páros, met links Náxos en rechts Ios.

Het klooster van Panagía Thapsanoón.

(1u28) We keren even terug van bij het klooster en nemen het pad rechts, net voorbij de hoek van de kloostermuur. Ongeveer 20 m verder vervolgt het tussen muurtjes. Het komt nog even tegen de weg aan, maar gaat dan rechts als een rotswegje tussen muurtjes verder. We krijgen een mooi uitzicht op het moderne klooster.
Na 5 minuten komen we tegen een hekken aan, met een waarschuwing voor een Rottweiler... - maar 10 m ERVOOR is er rechts een smal monopáti dat  links van een muurtje naar beneden gaat (+ blauwe pijl en rode stip).

(1u35) Nu volgt er een mooi eind: na enkele minuten dalen we langzaam in een brede vallei af, begroeid met een enorm tapijt van bloeiende brem (23 mei 2007). Na 7 minuten gaat het scherp naar rechts (rode stip) en dalen we steiler af.

Het monopáti naar Agios Minás.

Zo komen we na 13-14 minuten op de bodem van het riviertje, dat we scherp naar links volgen (rode stippen). 

(1u49) Even later gaat een pad rechts omhoog - we zagen het van ver op de helling lopen, het loopt naar Léfkes - zie de wandeling Parikiá - Panagía Thapsanoón - Vouní - Léfkes.
We nemen het NIET, maar kort daarop komen we bij een waterput, waar we wel het pad rechts omhoog nemen.

We lopen door enkele veldjes en gaan dan meer naar rechts tot bij een kapel. Ze is gesloten , maar er staan wel picknicktafels, tijd voor een pauze?
Vanaf de zuidoostelijke hoek van de kapel (dus achter links) gaat een pad verder omhoog. Zo komen we, wat rechts houdend, makkelijk bij het kleine gehucht Vouniá, waar blijkbaar nog één huis bewoond is. We komen uit op een grindweg die we links volgen en al na enkele minuten zien we heel ver voor ons uit het versterkte klooster met de blauwe koepel van Agios Minás. 
We dalen nu ongeveer 10 minuten, jammer genoeg meestal op beton, en dan gaat het nog zo'n 7 minuten omhoog op grind. We hebben beneden natuurlijk links gehouden (wegwijzer A. Minás) en halfweg hielden we rechts...

(2u10) Zo komen we een kleine 20 minuten sedert de kapel bij het vrij grote klooster. 

De versterkte muren van Agios Minás.

We zijn niet alleen: een enthousiaste en babbelzieke man verwelkomt ons en vertelt honderd uit over zichzelf en het klooster. Hij wordt straks 80 jaar en werkte ooit in Canada. Hij heet ook Minás (!), Minás K. Damiás. Het klooster dateert van 1850, en er waren vroeger tot 35 monniken; de icoon  zou wel 7-800 jaar oud zijn. Hij toont ons de kerk met de mooie ikonostási, laat ons op het dak kruipen om de klok te luiden, geeft ons een flesje wijn mee...

Binnen in Agios Minás...

De ikonostási van Agios Minás.

Vanaf de uitgang van het klooster volgen we 1 minuut de trap, dan het monopáti rechts en zo komen we op een grindweg, die we rechts volgen. De weg loopt makkelijk en na 10 minuten houden we rechts en komen we op beton. Enkele minuten later gaan we rechts houdend door het dorp van Maráthi, in de richting van de grote weg. Zo'n 100 m voor de weg is er rechts een grindweg en een bord "Ancient marble quarries Marathi".

(2u27) We maken een omwegje naar rechts en komen weldra bij de eerste open mijn. Een wegje links gaat tot bij het bord "Marble quarries", met erachter een grote holte en een onderaardse schacht. Hier werd in de klassieke tijd het beroemde marmer van Páros gewonnen, dat o.a. voor de bouw van het Parthenon (432 v.Chr.) werd gebruikt.  In recentere tijden vervoerde een spoorweg het marmer naar Parikiá!

Eén van de mijnschachten.

Verder lopend komen we op een mooie, met marmer geplaveide laan, die naar de asfaltweg leidt, rechts van een brug.

(2u37) We volgen de asfaltweg naar rechts, maar al na 4 minuten nemen we het kleine asfaltwegje links (wegwijzer Ag. Thomas). Na enkele minuten komen we naast een riviertje en zo lopen we nog 3 minuten, tot we voorbij een marmerbedrijf links en een cementbedrijf (Lafarge beton) rechts in de bedding van het riviertje verder gaan. Niet voor niets heet het Xiropótamos ("droge rivier")!

(2u46) Wonderlijk genoeg is de bedding vanaf hier heel goed begaanbaar, misschien ook door de cementresten, die af en toe met de regen meespoelen... Zo wandelen we bijna 25 minuten aangenaam verder - zeker als het niet te warm is - op de zanderige bodem...

In de bedding van de Xiropótamos.

We kronkelen tussen de lager wordende heuvels, tot we na 22-23 minuten bij een dam komen, die we voorbij gaan langs de rechterkant. Maar wat verder moeten we toch links uit de bedding, omdat er vaak water staat bij de tweede dam. We passeren langs een soort pompstation, vinden een pad op de linkeroever en lopen tot bij die tweede dam.

Eén van de dammen op de Xiropótamos.

We lopen over de dam zelf naar de andere oever en gaan dan schuin rechts over de helling omhoog, zonder pad, tot we over een muurtje moeten klauteren en zo op een grindweg uitkomen, die de vallei volgt. We gaan natuurlijk links.

(3u13) We moeten deze grindweg nu zo'n 25 minuten volgen; beneden ons zien we nog 3-4 dammen en de bedding is ook veel steniger - onmogelijk dus die nog verder te volgen. Na enkele minuten zien we de zee en het witte Náoussa al ver voor ons. Na 25 minuten rusten we toch even binnen in een aangenaam, modern kapelletje (Agios Nektários?).

(3u38) We komen op een betonwegje terecht dat we naar links volgen gedurende nog eens 15 minuten, eerst in en dan links van het riviertje.

(3u53) We steken de grote weg over naast een brug en gaan rechtover verder op een brede asfaltweg. Even verder houden we bij een splitsing links. We passeren nog langs het busstation en lopen het laatste eindje langs een klein kanaaltje in het midden van de weg.

(4u06) Zo bereiken we het pittoreske haventje van Náoussa.

Het haventje van Náoussa.

De huisjes van Náoussa aan de zeekant.

Er liggen hier veel bootjes die de toeristen kunnen brengen naar de populaire stranden van Monastíri en Kolymbíthres. We kunnen ook naar rechts door het pittoreske dorpje tot bij de stranden van Agios Dimítrios (5 minuten) en Agii Anárgyri (15 minuten) wandelen.

Het strand van Agii Anárgyri.

 

 

 

 Home